zaterdag 3 april 2010
Van twee walletjes eten: werken en studeren
Dit artikel is eerder geplaatst in de carrierespecial van Bulletineke Justitia
Hier op de gang hoor ik rinkelende telefoons, pratende collega’s. Harm Brouwer (de voorzitter van het College van procureurs-generaal en daarmee de hoogste baas van het Openbaar Ministerie) loopt even binnen omdat hij informatie wil hebben voor een overleg morgen met de minister van Justitie. Ik schrijf een brief waarin ik een burger schadevergoeding toeken omdat de politie achteraf onterecht zijn deur heeft ingeramd.
Ik luister naar een van de advocaten die voor de landsadvocaat werkt. Hij vertelt over procedures die hij voor de Staat heeft gevoerd over de Wet Openbaar van Bestuur. Naast mij zit iemand die bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit werkt, voor mij zit een medewerker van het ministerie van Onderwijs en er zitten nog 17 andere klasgenoten van mij in de zaal.
Dat zijn zomaar twee momenten uit het leven van een overheidsjurist. Sinds een paar maanden werk ik op de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken van het parket-generaal van het OM. Door onszelf ook wel eens “de incidentenfabriek” genoemd. Hier worden de politiek gevoelige strafzaken gemeld om de minister te informeren,Kamervragen te beantwoorden en het College van p-g’s te adviseren over het eventueel bijsturen van officieren van justitie. Bij dit soort zaken kan je denken aan het sprekende voorbeeld van de zaak tegen Geert Wilders, maar ook zaken als die tegen Holleeder, terrorismezaken of zaken wegens onzorgvuldig handelen bij euthanasie komen hier voorbij.
Ik behandel verder onder andere schadezaken, maar ook klachten via de Nationale Ombudsman en WOB -verzoeken. Het is ontzettend leuk om met zoveel terreinen van het recht bezig te zijn. En door het werken bij de overheid heb ik echt het gevoel iets bij te dragen aan de samenleving.
Maar anderhalve dag in de week zit ik in elk geval niet achter mijn bureau, maar in een collegezaal bij de Academie voor overheidsjuristen. De Rijksoverheid geeft mij de kans om nog een extra mastertitel te halen. Het leuke is dat we allerlei verschillende docenten hebben: advocaten die bij de Landsadvocaat werken, hoogleraren, (oud-)ambtenaren enz. De meesten vertellen veel over hoe de hazen lopen binnen de overheidsorganisatie. Dingen waar je in je werk soms tegenaan loopt kan je gelijk aan hen voorleggen. Omgekeerd kan ik wat ik bij de Academie leer gelijk bij het OM gebruiken. Niet alleen krijgen we in onze opleiding een stukje extra juridische verdieping en politiek-bestuurlijke sensitiviteit, we werken ook aan onze persoonlijke ontwikkeling op het gebied van pleiten, schrijven, presenteren en adviseren.
De afwisseling tussen studeren en werken is erg prettig. Op mijn werk heb ik gelijk veel verantwoordelijkheid gekregen. Ik heb mijn eigen zaken, die ik regelmatig bespreek met mijn patroon of met andere collega’s. Maar anderhalve dag in de week heb ik het gevoel dat ik nog een kleine verlenging ben ingegaan van mijn studententijd. Ik eet van twee walletjes en dat kan ik iedereen aanraden!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten