2 maart 2009
Vanochten moesten we om kwart voor vier opstaan (ja kwart-voor-vier, dat is zelfs voor Ghaneze standaarden vroeg). Om met de bus naar Larabanga en dan naar Mole te gaan. Die bus bleek niet te rijden toen we aankwamen bij het station. Maar, wat een geluk, er was wel een andere bus rond die tijd waarmee we ook naar Larabanga konden. Daarin kwam ik drie Nederlandse vrijwilligers tegen, die doorreisden naar Wa. Het was gek om weer eens Nederlands te kunnen praten, dat heb ik de afgelopen weken alleen door de telefoon gedaan.
De weg naar Larabanga was ongelooflijk slecht en stoffig, dus we kwamen niet alleen door elkaar geschud, maar ook ongelooflijk smerig uit de bus. Net als onze rugzakken. In Larabanga werden we onmiddellijk omringd door allerlei jongemannen die ons wilden rondleiden (en die waarschijnlijk niet de kennis hadden om dat te doen, maar wel graag veel geld wilden). Daarvoor waren we al gewaarschuwd in onze reisgids en door de Nederlandse vrijwilligers. Wij liepen daarom linea recta door naar het guesthouse van de Salia brothers, die een goede gids en een auto voor ons naar Mole konden regelen.
Een van de neefjes van de broers leidde ons rond, naar de moskee van Larabanga. Dat is waarschijnlijk het oudste gebouw in Ghana (de bewoners zeggen uit 1421, maar niemand weet het eigenlijk zeker). De binnenkant kregen we helaas niet te zien, de moskee is namelijk nog in gebruik. Een van de Salia-broers bracht ons vervolgens in een zeer afgeragde stationwagon, via zijn schoolklas (hij is leraar) naar Mole. Onderweg kwamen we bavianen tegen.
Het Mole motel is prachtig. Het motel is op een heuvel gebouwd, zodat je een deel van het park kan zien, waar twee waterpoelen zijn waar allerlei dieren komen drinken. Terwijl we een duik namen in het zwembad, zagen we olifanten.
vrijdag 6 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Wauw, zwemmen terwijl je olifanten ziet... Lijkt me echt fantastisch!!!
BeantwoordenVerwijderen