7 januari 2008
Mijn derde dag op mijn werk verliep een beetje anders dan ik had gedacht. We hadden gisteren al het nieuws gehoord dat we kaartjes hadden om naar de inauguratie van de nieuwe president, John Atta Mills, te gaan. Daar keken alle vrijwilligers bij de CHRI erg naar uit.
De directeur, Nana Oye Lithur, zei ons dat we op tijd moesten gaan (het zou beginnen om 12 uur), dus we vertrokken om iets over tien al met een taxi naar Independence square. Ik zat met drie andere vrijwilligers in een taxi en naar mate we dichter bij het plein kwamen, werd het steeds drukker. Er liepen overal mensen over straat in de kleuren van de NDC, de partij van de toen nog president-elect.
Toen we er bijna waren, besloten we maar uit te stappen, omdat lopen veel sneller zou gaan dan de taxi. We liepen het plein op, maar konden niet zien waar we heen moesten om bij de stoelen te komen die voor ons zouden zijn gereserveerd. We konden de andere vrijwilligers en de werknemer van de CHRI niet meer vinden.
Op een gegeven moment werden we in een richting gewezen en ik volgde de anderen. Maar hoe verder we liepen, hoe drukker het werd. Uiteindelijk kwamen we in een mensenmassa terecht die zo druk was, dat iedereen aan me begon te trekken en duwen. Mijn telefoon zat in mijn zak en werd gejat. Gelukkig had ik mijn rugzak op mijn buik gehangen en is daar niks uit gestolen en werden we op het moment dat het echt heel naar begon te worden gered door een aantal aardige mensen die een stalletje langs de kant van de weg hadden. Daar konden we even achter schuilen. Al na een paar minuten kwam een politieagent ons halen om ons door de menigte heen te loodsen.
En toen stonden we op het gedeelte van het plein waar je een uitnodiging voor moest hebben. Alleen, wij hadden geen uitnodiging bij ons, want die had de werknemer van CHRI. Een van de andere vrijwilligers, waarmee we gelukkig wel samen hadden kunnen blijven, had wel een ID die ze kon laten zien zodat we door konden lopen. We mochten ergens gaan zitten onder een tent, in de schaduw.
Daar vonden we ook een aantal van de anderen, die op de een of andere manier zich een weg hadden weten te banen door de menigte. Zitten en wachten was het vervolgens geblazen. We zagen mensen in prachtige gewaden, er werd veel muziek gemaakt dus dat was leuk.
Totdat bleek dat de Ghanese politie de mensenmenigte niet helemaal onder controle had. Mensen braken door over de hekken en langs de politie. Ze kwamen het plein opgerend, tot in de tenten. Dat was het moment waarop ik vreesde dat het echt onmogelijk zou worden om er uberhaupt nog uit te komen.
En gezien het feit dat de vrijwilligers en ik blank zijn en vrijwel alle andere mensen zwart, was dat redelijk vragen om problemen en je kan je huid nou eenmaal niet verbergen. We bleven maar rustig zitten en hopen dat ze vanzelf weer weg zouden gaan.
Er kwam een moment waarop het plotseling een stuk rustiger leek te worden. Toen we omkeken zag het niet meer zwart van de mensen. We besloten met zijn allen weg te gaan, omdat het erop leek dat het niet meer zo´n menigte was. Terwijl we dwars over het plein liepen om zo snel mogelijk bij de hoofdweg te komen om een taxi te nemen, hoorde ik John Atta Mills trouw zweren aan de grondwet. Een beetje een vreemd moment om weg te gaan, maar gelukkig kwam iedereen ongeschonden weer op kantoor.
Morgen moet ik naar het politiebureau om aangifte te doen van het stelen van mijn telefoon, iemand van de organisatie via wie ik deze reis geregeld heb gaat met me mee. Dat is een prettig idee. En ik heb me voorgenomen om niet meer naar dingen te gaan met zulke mensenmassa´s (nou zullen die waarschijnlijk ook niet meer voorkomen in de tijd dat ik hier ben).
Vergeet ik helemaal te zeggen dat het natuurlijk geweldig is dat voor de tweede keer de macht van partij is gewisseld op democratische wijze en dat dat (op wat slagen na om de menigte achter de hekken te houden, dat was vreselijk) na geweldloos is gebeurd. Een enorme prestatie voor een Afrikaans land.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Jeeeetje, heftig.
BeantwoordenVerwijderen