maandag 28 juni 2010

De Plitvice-meren

Eergisteren ben ik met een aantal medereizigers naar de Plitvice-meren geweest (in Kroatië, want daar ben ik inmiddels). Ze liggen zo'n tweeënhalf uur per bus van Zagreb vandaan, maar die busreis was het zeker waard. (zie ook de foto's op Wikipedia)

De meren zijn als sinds 1949 een National Park en staan op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Over houten loopbruggen en andere wandelpaden zijn we langs een groot deel van de zestien (!) meren gelopen. Ondanks het feit dat er heel wat andere mensen waren die hetzelfde deden, was het prachtig. Turquoise meren met ontzettend helder water waarin je vissen kon zien zwemmen, overal watervallen, alles prachtig groen. Er schijnen onder meer beren te leven, al zijn we die niet tegengekomen.

Kroatië is een rijk land met zulke prachtige natuur. Inmiddels ben ik aan de kust en ook hier is het water blauw en schijnt de zon. Daar ga ik maar eens verder van genieten.

dinsdag 22 juni 2010

Budapest 2

Zondag ben ik naar de Joodse wijk hier geweest. Daar heb ik de grote synagoge bezocht (er passen 3200 mensen in!). Bijzonder om te zien dat ze een orgel hebben terwijl ze dat helemaal niet gebruiken. De Thorarol dwaaruit wordt gelezen is eeuwenoud. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is die op het platteland verborgen door een katholieke priester, al weet nog steeds niemand wie dat was.

In het Joodse museum zag ik wat ermee had kunnen gebeuren: een Thorarol als trommelvlies. Een heleboel foto´s van de deportaties naar Auschwitz. Het is bijna niet voor te stellen dat er voor de oorlog in Hongarije steden waren waar 85% van de inwoners Joods was en erna niemand meer. Foto´s van het leven en vooral ook de dood in het ghetto in Budapest. Naast de synagoge zijn de massagraven.

Daar is ook de memorial garden met monument in de vorm van een treurwilg. Op (bijna) elk blad staat een naam van iemand die in de oorlog is overleden. Indrukwekkend. Daarachter lijsten met namen van hen die de Joden hielpen onder te duiken of te vluchten. Raoul Wallenberg was één van die namen. Een naam die me bekend voorkwam. Terug in het hostel realiseerde ik me waarom: hij was een Zweedse diplomaat die Joden aan papieren hielp. Anna Boom, een Nederlandse vrouw, hielp hem daarbij.

Judith Koelemeijer heeft een prachtig boek over haar leven geschreven. Anna Boom moet een van de eerste écht Europese vrouwen zijn geweest. Ze reisde in haar eentje decennia geleden al heel Europa door en had haar hart op de goede plaats. Een mooi boek over een mooi rolmodel.

maandag 21 juni 2010

Budapest 1

Reizen met De Deutsch Bahn blijft geweldig. Een nachttrein waarbij ik het compartiment deelde met drie Koreaanse meisjes die amper Engels spraken maar wel Guus Hiddink kenden bleek zelfs tien minuten te vroeg te arriveren in Műnchen. Dat betekende dat ik gelijk -en dan bedoel ik ook echt overkant perron- over kon stappen naar Budapest.

Het station van Budapest daarentegen was niet zo´n feest. Een geldautomaat was nergens te vinden en de metro ook al niet. Het eindigde ermee dat ik een paar euro heb gewisseld tegen een bijzonder slechte koers om Hongaarse Forinten te bemachtigen. En ik heb een aantal Jehova-getuigen (of andere Christenen, ze wilden in elk geval iedereen bekeren) heb gevraagd waar de metro was. Elk bord bleek inderdaad te ontbreken en ook na twee dagen wandelen door deze stad blijkt dat je voor de metro gewoon op de gok ergens naar beneden moet gaan. Om er dan wel misschien achter te komen dat het gewoon een tunnel is om over te steken. Of dat de metro vanaf die kant de verkeerde kant op gaat.

Maar goed, het station overleefd hebbende (toch een beetje enge plek) bleek mijn hostel prima. En de stad is erg mooi. Overal loop je ˝per ongeluk˝ tegen prachtige gebouwen aan. Morgen meer...

vrijdag 18 juni 2010

Orient Express

Jaren geleden las ik het boek van Agatha Christie met als titel "Moord in de Orient Express". Dat boek sprak tot mijn verbeelding, niet alleen vanwege het ingewikkelde complot dat achter moord zat, maar ook vanwege de reis die erin werd gemaakt.

Inmiddels rijdt de beroemde trein niet meer, maar dat betekent niet dat je niet meer met de trein naar Istanbul kan. Ik begin niet in Parijs, maar in Utrecht. Meteen ga ik een heel eind weg, want morgen rond deze tijd zou ik in Budapest, Hongarije, moeten zijn. Over vier weken keer ik vanuit Istanbul weer terug naar Nederland. En in de tussentijd?

In de tussentijd hoop ik verslag te doen op dit weblog over mijn reis door de Balkan. Als ik tenminste tijd heb en een fatsoenlijke internetverbinding.

dinsdag 1 juni 2010

“DWARS, GroenLinkse jongeren”


Deze column verscheen vandaag in de OverDWARS nr. 2/2010

Onze voorzitter, Diederik ten Cate, heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid met zijn pleidooi voor het veranderen van de naam “DWARS, GroenLinkse jongeren”. Afgezien van het feit dat de verkiezingstijd de slechtste tijd is om hierover te gaan navelstaren, is het altijd legitiem om eens kritisch naar je eigen naam te kijken.

Historisch gezien past de naam DWARS, GroenLinkse jongeren, perfect bij onze vereniging. In de tijd dat onze naam ontstond, was het een compromis tussen de “fundi’s” en de “realo’s. Beide elementen zijn dan ook terug te vinden in de naam. Nog steeds zijn er bij DWARS, GroenLinkse jongeren, meer gematigde en meer radicale leden te vinden, mensen die meer gericht zijn op het parlementaire en mensen die meer gericht zijn op actievoeren.

In ons beginselprogramma staat onder andere: "Dwars stelt niet één ideaal centraal, maar meerdere: deze diversiteit aan idealen is een reflectie van de diversiteit binnen Dwars. Dwars koestert haar eigen diversiteit, is niet dogmatisch, en zet zich actief in voor vrolijke, creatieve en vernieuwende ideeën." Ik heb mensen bij DWARS, GroenLinkse jongeren, met verve zien pleiten voor het afschaffen van het minimumloon, voor het invoeren van een basisinkomen, voor anarchisme en tegen kraken. Het is fijn dat er ruimte is voor zo’n grote diversiteit aan leden bij DWARS, GroenLinkse jongeren.

Natuurlijk is er ook veel veranderd in onze vereniging. De bloedgroepenstrijd tussen de PPR-J en de PJSG is allang totaal irrelevant. Geen van onze huidige actieve leden kan zich die partijen en organisaties uberhaupt nog herinneren. Van een club zeer maatschappelijk betrokken actievoerders is DWARS, GroenLinkse jongeren, meer op een “echte” politieke jongerenorganisatie gaan lijken. We hebben een bestuur, zelfs met een voorzitter, en de contacten met onze moederpartij zijn goed. Het is nu dan ook zaak eens goed na te denken over onze rol en de naam die daarbij past.

DWARS, GroenLinkse jongeren is op dit moment een goede kweekvijver van GroenLinks. We bieden jongeren op tamelijk laagdrempelige wijze manieren aan om kennis te maken met de politiek. Daarnaast zijn we de “luis in de pels” van GroenLinks. Als politieke jongerenorganisatie hoor je buiten de hokjes van het politieke klimaat te denken, progressief te zijn en ook de idealen te verkondigen die je moederpartij niet kwijt kan in de reguliere politieke arena. Door kritisch te zijn kan je politieke ruimte creëren. En binnen een politieke jongerenorganisatie moet er ruimte zijn voor jongeren om poltieke fouten te maken: het hoort immers naast een kweekvijver ook een speeltuin te zijn.

DWARS, GroenLinkse jongeren, maakt duidelijk dat we verbonden zijn met onze moederpartij, maar toch niet hetzelfde. Tot nu toe heb ik nog geen alternatief gehoord dat dat duidelijk maakt. En dat is wel onze kracht en de kracht van onze naam. En daar ben ik een trots lid van.