vrijdag 6 maart 2009

Halverwege op de terugweg naar Accra

4 maart 2009

Nog vroeger opgestaan dan maandag, namelijk om half vier, om de enige bus van Mole naar Tamale te kunnen halen. Dat lukte, en om acht uur waren we al op het station van Tamale. Omdat we niet helemaal naar Kumasi zouden gaan en geen zin hadden om het volle pond te moeten betalen voor een busticket, besloten we een tro tro te nemen. Dat was een domme beslissing.

De eerste drie uur in die tro waren misschien wel de minst comfortabele van mijn leven. We zaten helemaal achterin en hadden daardoor zeer weinig beenruimte. Of eigenlijk gewoonweg te weinig beenruimte; mijn knieƫn maakten een hoek van minder dan negentig graden en zaten klem tussen mijn stoel en de stoel voor me. Bovendien waren de stoelen niet gemaakt op het hebben van heupen, dus we zaten links en rechts ook nog klem. Net toen ik dacht dat de bloedtoevoer naar mijn tenen volledig afgeknepen moest zijn, stapten er gelukkig een paar mensen uit. Kon ik de laatste twee uur op een stoel met iets meer (het was nog steeds niet veel en de stoelen waren nog steeds te smal) beenruimte zitten. Helaas had ik vanaf die stoel wel iets beter zicht op de rijstijl van onze chauffeur en die was tamelijk maniakaal. Maar goed, we kwamen levend en stijf uit de tro in Techiman.

Vanaf daar namen een taxi naar het dorpje Buoyem om naar de vleermuisgrotten te gaan. Dat bleek vandaag niet meer te kunnen omdat het te lang zou duren en ook nog een dure taxi te kosten. We zijn wel gaan wandelen naar de "Africa Rock" (een stuk rots in de vorm van Afrika, spontaan zo afgebroken) en naar de Bobiri watervallen. Op zich mooi, maar niet zo indrukwekkend als die in Wli. Het was in elk geval fijn om even onze benen te strekken en het is hier prachtig groen en rustig.

Onderweg kwamen we ook nog de "breeding farm" tegen. Ze fokken hier kameleons, slangen, schildpadden en krokodillen. Ik moest drie keer vragen waarom ze dat dan deden en uiteindelijk kwam er aarzelend uit onze gids dat het de bedoeling was dat toeristen ernaar zouden komen kijken. Ware het niet dat de krokodillen, kameleons en slangen (op eentje na) allemaal verscholen zaten onder rotsen, zodat we ze helemaal niet konden zien! En bovendien zou ik nooit naar Buoyem gaan om dit soort dieren in gevangenschap te zien, maar goed, dat ik heb ik die arme gids maar niet verteld.

Het guesthouse waarin we in dit dorpje logeren is erg goedkoop, maar schoon en we zijn de enige gasten. Een van de vrouwen in het dorp is nu eten voor ons aan het koken, red-red (gebakken plantain en bonen in rode saus).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten